Een diaconaal hart met een professionele aanpak 

Soms moet je een risico nemen om iets te bereiken. Vanuit die gedachte ging de kerkenraad van de gereformeerde kerk in Zwartsluis het avontuur aan. Er was een plan om voor twee dagen een diaconaal werker aan te stellen, speciaal om de mensen met een kleine beurs te helpen. Inmiddels is gebleken dat de stap loont.

Hoe is dat zo gelukt? Jan Timmerman, de diaconaal werker in Zwartsluis, vertelt dat de behoefte om meer te doen dan verzekeringen afsluiten hem al tijden bezighield. Hij had in de gaten dat er in een welvarend dorp als Zwartsluis systematisch een groep van mensen is die aan het einde van de maand te veel dagen heeft om financieel uit te komen. Soms heeft het te maken met plotseling wisselende omstandigheden: je komt in een scheiding, je bent vluchteling. Soms heeft het te maken met het ontbreken van deskundigheid: mensen weten de weg niet in de wirwar van regels. Soms is er een onvermogen het eigen leven goed op orde te brengen.

De kerkenraad van de gereformeerde kerk besloot enkele jaren geleden de uitdaging aan te gaan. Er kwam een diaconaal werker voor twee dagen per week. Je zou het een pionier kunnen noemen. Maar in de vissersplaats hadden ze geen behoefte om uit de landelijke ruif te eten. Men nam zelf de verantwoordelijkheid. ‘Bij het classicaal college voor de behandeling van beheerszaken zullen ze wel even met de wenkbrauwen hebben gefronst’, vermoedt ds. Arjen van der Spek, ‘want er kwam een begroting binnen met een tekort. Dan lijkt het niet voor de hand liggend om in nieuw werk te investeren. 'Beleidsmatig begroten' heet zoiets, geloof ik’, voegt hij er glimlachend aan toe.

Open Poort

Jan Timmerman kwam als budgetcoach, spin in het web van de Voedselbank, en nu dus ook diaconaal consulent, twee dagen per week (woensdag en vrijdag) beschikbaar bij de Poort, het dienstgebouw van de gemeente direct naast de kerk. Het project kreeg de naam ‘Open Poort’. Het bord bij de deur maakte duidelijk dat je advies kon vragen, of gewoon kon binnenlopen voor een kop koffie. En Jan ging zelf  het dorp in als diaconaal ondernemer. Hij hielp mensen voort als ze geen perspectief zagen. Hij sprong in de bres bij een aantal dreigende huisuitzettingen. Hij ging zelf projecten uitwerken, zoals het project Kinderwens. Hij nodigde kinderen uit huishoudens met een krappe portemonnee uit om een dag  naar een attractiepark naar keuze te gaan. Jan Timmerman: 'Dat was een hele klus. Via de burgerlijke gemeente schreven we alle mensen met een uitkering aan, waarna men zich bij mij aan kon melden. Ik bezocht de huishoudens persoonlijk. En keek goed om me heen. Ik verwees sommigen naar de Voedselbank als ik twijfelde over de inhoud van de voorraadkast. Als ik zag dat het huis wel heel erg leeg was, probeerde ik te helpen. En ik vroeg de kinderen persoonlijk waar ze graag naar toe zouden willen. De één koos voor een dierenpark, de ander voor de Efteling. Daarna moest ik auto’s regelen om hen te vervoeren. En ik zat tot middernacht op internet om bij veilingen met korting te bieden. Het heeft me toch een besparing opgeleverd van 1800 euro op 180 kaartjes. Want uiteindelijk gingen er 180 mensen  een dagje uit en zorgden we er samen voor dat de kinderen met een positief verhaal thuiskwamen’.

De mentaliteit van ‘handen aan de ploeg’ past bij de mensen in Zwartsluis. Jan Timmerman werd met zijn inzet bekend en zichtbaar voor mensen van maatschappelijk werk en de gemeente. Zoals men in iedere plaats vertrouwd is met het Leger des Heils als een kerkgenootschap waar je terecht kunt als officiële instanties je niet meer kunnen inkaderen en helpen, zo is Open Poort een vertrouwde kerkelijke vorm van dienstverlening geworden. Jan Timmerman heeft regelmatig overleg met de ambtenaar voor sociale zaken.

Eén van de belangrijkste krachten  van de Open Poort is het feit dat Jan de meeste mensen in Zwartsluis kent. De gereformeerde kerk komt in de haarvaten van de samenleving. Jan: . Ik werd eens gebeld een deurwaarder omdat iemand een nota niet kon voldoen.  Een rekening van vijfhonderd euro konden ze niet betalen. We hebben toen vanuit de kerk tegen de schuldeiser gezegd: ‘Dat geld komt er, daar staan wij als kerk garant voor’. En ik heb daarna de dochter gebeld. Die moest huilen. ‘We zijn niet eens van de kerk’, zei ze. Ze was ontroerd, omdat er mensen waren die om niet haar ouders verder hielpen. Als je zoiets ervaart, ontroert het je ook als diaconaal werker’.

Juist de kerk 

Uit het driejaarlijkse landelijk armoede-onderzoek blijkt dat tien procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft. De overheid is - merkwaardig genoeg - zelf één van de veroorzakers. Er zijn wel goede regelingen, maar de mensen kunnen in de bureaucratie van regels de goede weg niet vinden. Jan knikt herkennend als hij de cijfers onder ogen krijgt. ‘Ik merk dat veel mensen bij de gemeente van goede wil zijn. Maar de ambtelijke aanpak  is lang niet altijd de snelste en meest praktische. Juist de kerk kan daarin een bemiddelende rol spelen. Als je maar zorgt dat je weet wat er onder de mensen leeft’. Overigens wil Jan wel benadrukken dat het contact met de schuldhulpverlener vanuit de gemeente wel heel erg goed is. ‘Over en weer helpen we elkaar als dat nodig en mogelijk is’ aldus Jan.

Het is een voordeel als je als diaconaal werker zelf onder de mensen komt. En natuurlijk is het uit de aard van de financiële vragen prettig als je met iemand te maken krijgt die verstand heeft van financiën. Ds. Arjen van der Spek: ‘Jan heeft een geschiedenis bij de Rabobank en de assurantiewereld. Dat helpt wel. Mensen merken dat je professioneel bent. Je kent de weg’.

In hoeverre is het diaconale werk verankerd in het kerkelijke werk? Arjen van der Spek: ‘Ik vind het fijn, dat Jan zo dicht bij de mensen werkt. Ik denk dat die inzet direct aansluit bij allerlei diaconale gedeelten uit het nieuwe testament. Maar ik wil nu niet wijzen op een verhaal als de barmhartige Samaritaan. Nog belangrijker vind ik teksten uit het oude testament, waarin het gaat over het bidden. Je merkt dat het diaconale werk gedragen wordt door een biddende gemeente. Dat is het bemoedigende voor ons als kerk’.

Dat de gemeente het werk ook financieel draagt, blijkt uit de jaarcijfers van Open Poort. In het eerste jaar was er een garantstelling van 25.000 euro vanuit de kerkrentmeesters – opmerkelijk want je zou ook kunnen denken dat het om diaconaal geld zou moeten gaan – en aan het einde van het jaar was er slechts een tekort van 179 euro. Het afgelopen jaar kon zelfs worden afgesloten met een overschot van 5500 euro.

Het geld blijkt onder anderen uit anonieme bronnen te komen in Zwartsluis. Het zijn  gemeenteleden die zelf idee hebben voor sociaal werk, en dat graag via de kerk zichtbaar maken. Arjen van der Spek: ‘Je ziet er iets in van de  schippersmentaliteit. Als er een schip schipbreuk leed, moesten de buren en bekenden direct hulp bieden aan de familie van de slachtoffers. Je kon dat niet uitstellen. Men heeft gevoeligheid ontwikkeld voor de directe behoefte en verstaat zijn verantwoordelijkheid’. Deze mentaliteit bleek ook heel recent nog weer. Toen Jan een mail rondstuurde waarin hij hulp vroeg voor een klus op de zaterdag, hadden binnen een uur acht personen zich aangemeld. ‘Op zulke momenten besef ik weer hoe ook het praktische werk wordt ondersteund. Ik ben daar heel erg blij mee en dankbaar voor’ aldus Jan.

Foto: Boven diaconaal werker Jan Timmerman links en ds. Arjen van der Spek rechts voor de Open Poort. 
Beneden Jan Timmerman in het vuur van een betoog