Veerkracht in Overijssel

De komende week valt bij 425.000 inwoners de nieuwe “JIJ & Overijssel” op de deurmat. Het blad van en voor de Overijsselaar is deze keer gewijd aan het thema “Veerkracht” tijdens en na de coronapandemie. Na een moeilijk jaar vol beperkingen begint Overijssel weer op te krabbelen uit de crisis. De provincie gaat langzaam weer ‘open’. Anders dan we gewend waren, voorzichtiger, maar misschien ook slimmer en innovatiever.

“Het afgelopen jaar is onze veerkracht op de proef gesteld. De impact van de coronacrisis is groot. Het heeft ons ook veel geleerd, over onszelf en onze samenleving. De positieve aspecten daarvan wil ik koesteren voor de toekomst.” zegt gastredacteur gedeputeerde Roy de Witte daarover in zijn voorwoord.

In het nieuwe magazine vertellen Overijsselaars hoe ze het achterliggende jaar hebben ervaren. Aan het woord komen campingeigenaren en hun gasten, culturele ondernemers, restauranthouders, impactondernemers en inwoners met allerlei mooie initiatieven tijdens de pandemie. Maar ook de strijd van de Bruine Vloot en de toekomst van religieus erfgoed komen aan bod. Wim Schluter interviewde in dat kader de classispredikant Klaas van der Kamp.

In de voet van het artikel komen vier voorbeelden aan de orde. De veranderingen in de doopsgezinde kerk van Giethoorn, de Reestkerk van Avereest, de Broerenkerk in Zwolle en het gezondheidscentrum in Overdinkel. Het centrale artikel heeft de kop: ‘Veerkracht, maatwerk, en de gemeenschap vormen het ‘religieus cement’ en het hoedje / bovenkop ‘De nieuwe toekomst van religieus erfgoed; de eeuwen kijken mee’.

Het artikel:

Kerken; letterlijk en figuurlijk het hard van veel Overijsselse gemeenschappen. Maar ze lopen steeds verder leeg en wat doen we dan met die verlaten kerkgebouwen? Welke (maatschappelijke) herbestemming past het best bij de inwoners? Provincie Overijssel stimuleert het nadenken over het toekomstig gebruik en krijgt daarin advies en bijval van classispredikant Klaas van der Kamp uit Kampen.

Het vraagstuk rondom de ‘herbestemming van religieus erfgoed’ zoals de zoektocht eigenlijk heet treft ook Overijssel – hoewel minder hard dan landelijk denkt Klaas van der Kamp. Landelijk moet voor veertig tot vijftig procent van de kerkgebouwen een nieuwe bestemming worden gezocht. ‘Ik schat in dat voor de Protestantse kerken in Overijssel het ergens rond de twintig procent ligt, voor de Rooms-Katholieke kerken nog iets hoger.’ De invulling van dat vraagstuk is heel divers; zo gaat het om soms eeuwenoude kerkgebouwen in de Hanzesteden en naoorlogse kerkgebouwen in sommige nieuwbouwwijken. En er zit wel eens verschil in de emotie tussen Protestantse en Katholieke kerkgebouwen denkt Van der Kamp. ‘De benadering is verschillend vanuit die twee stromingen; aan de achterkant komen ze weer bij elkaar. Maar het gaat in alle gevallen om maatwerk’.


Gebouwen met een ziel


Zoeken naar een nieuwe functie van een leegstaande kerk vraagt om veerkracht en aandacht, denkt Klaas van der Kamp. ‘Kerkgebouwen zijn bij uitstek gebouwen die het langste meegaan, vaak vormen ze letterlijk het middelpunt van een dorp of stad. Het zijn de eeuwen die meekijken’. Zomaar een winkel erin vestigen gaat te ver volgens hem. ‘Een bouwmarkt zie ik toch graag op het bedrijventerrein’. Liever ziet de predikant dat er wordt gezocht naar een herbestemming die past bij de gemeenschap er omheen. ‘Een gebouw heeft een ziel, maar dan heb je ook de ziel van de gemeenschap die je probeert bij elkaar te brengen. Je kunt ook een religieus cement hebben.’


Kerkenvisie


Maar liefst 21 van de 25 gemeenten in Overijssel hebben inmiddels een aanvraag gedaan voor het samenstellen van een ‘kerkenvisie’; een landelijk potje met geld waarmee gemeentes aan de slag kunnen om leegstaand religieus erfgoed en de mogelijkheden daarvan in kaart te brengen. De provincie ziet dat belang ook, en dringt aan op het gebruik van het netwerk en kennisuitwisseling.

Na de pandemie


De classispredikant uit Kampen is niet pessimistisch als het gaat om de toekomst van de kerken en hun stenen erfgoed. ‘We zitten in een transitietijd. Maar het hoeft niet slecht uit te pakken voor de kerk. Straks kunnen we zeggen zoals dat zo mooi heet in het dialect; we hebben het veur mekare. En hoe je dat ook schrijft of uitspreekt, de betekenis is hetzelfde; we

hebben het gedaan voor jou, en ook voor jou’.