Kwetsbaarheid van het ambt

Rinus van Warven belde. Hij is predikant bij de lutherse gemeente in Kampen. En uitgever van uitgeverij Van Warven. En journalist. Hij belde als journalist. Hij was bezig met een artikel voor het blad van Goed Gerucht. Over kwetsbaarheid van predikanten. Of hij een paar vragen mocht stellen.

Zo’n vraag dwingt je vooraf om je gedachten te ordenen. Hij had gelukkig een dag te voren gebeld om een iets langer telefoongesprek te kunnen voeren. Dan kan je nadenken. Even googelen. Het thema ‘kwetsbaarheid van predikanten’ levert direct sociologische associaties op. Dat de status minder is. Dat de macht elders in de samenleving is komen te liggen. Je denkt even door, schrijft een paar woorden op. En de vraag komt op: Wil ik eigenlijk wel zo’n verhaal vertellen? Is dat niet veel te defensief? Is er een andere kant?

Rinus had verteld dat er ook over Tomás Halík zou worden geschreven. Het zinvolle van Halík is dat hij de kwetsbaarheid zinvol acht.  Hij plaatst eigen twijfels en open vragen tegenover valse zekerheden en cynisme. Eén van zijn boeken heet niet voor niets ‘Raak de wonden aan’. Kwetsbaarheid is geen negatieve houding. Het is juist eigen aan de bijbelse boodschap. En het behoort niet alleen bij de verkondiging van de ambtsdrager, maar ook bij zijn of haar identiteit.

Kwetsbaarheid werkt verbindend, biedt ruimte voor menselijkheid, durft zelfkritisch te zijn, gaat er van uit dat een mens niet perfect is of hoeft te zijn; als je kwetsbaar durft te zijn, durf je ook fouten te maken; kwetsbaarheid is voorwaarde voor het altruïsme van ambtsdragers die daardoor juist schatbewaarders van het evangelie kunnen zijn.

Of die kwetsbaarheid van de huidige generatie theologen groter is dan vorige generaties, wilde Rinus weten. Ik heb het bevestigd. Het heeft te maken met de transitie die we als kerk doormaken. De kerk verandert in onze generatie meer dan in eeuwen voor ons. Dat brengt onzekerheid met zich mee; en – daar is het woord weer – kwetsbaarheid. De kerk van de volgende generatie krijgt op een andere manier vorm. En dat vraagt om eigen sensiviteit en veel geloofsvertrouwen.

Het is geen toeval dat juist in de juni-synode het rapport ‘Geroepen en gezonden’ aan de orde komt. Dat gaat over de diversiteit van het ambt van het werk in deze tijd. Het steekt laagkerkelijk in en de behoefte is ontstaan door allerlei pionierservaringen en ontwikkelingen rond kerkelijk werkers. Het kan op een bepaalde manier bijdragen aan de transitie waar we als kerk mee te maken hebben in deze tijd.

‘Ik stuur je het artikel nog wel even op’, zegt Rinus aan het einde van het gesprek. Ik ben benieuwd wat hij er van gemaakt heeft.