Directeur maakte studie van jongvolwassenen in de kerk

Ietwat in de anonimiteit van de privésfeer, zo lijkt het, heeft de algemeen directeur Jurjen de Groot enkele maanden geleden zijn MBA-studie afgesloten. Zijn afstudeerscriptie ‘Zinvolle verbindingen’ is in samenvatting op internet te vinden. Het loont de moeite er kennis van te nemen. Allereerst natuurlijk, omdat de visie van iemand op zo’n prominente positie altijd de moeite van lezen waard is. En ook omdat het over één van de meest cruciale thema’s van de PKN gaat: de aansluiting van jongvolwassenen bij de kerk. Of, zoals Jurjen de Groot het formuleert: Hoe kan de kerk een zinvolle sociale bedding creëren voor jongvolwassenen?

De scriptie staat in de context van een opleiding aan Nijenrode. Dat geeft een sociologisch accent aan de studie. De kerk is erg veranderd de laatste jaren. De zuilen van vroeger zijn verbrokkeld. De kerk sluit niet aan bij de levensvisie van driekwart van de Nederlanders. Vooral jongvolwassenen weten de weg naar de kerk niet te vinden. Tegelijk merk je dat de vragen naar zingeving zijn gebleven.

Jurjen de Groot onderzoekt de situatie verder op basis van literatuuronderzoek en interviews met leden van de doelgroep. Hij omschrijft zingeving als het ervaren van een doel in het leven. Een zinvol leven is een leven dat van betekenis is. Bij zingeving hoort dat je grip hebt op je leven. Voor veel mensen is het daarbij essentieel dat ze behoren bij een groep.

Uit onderzoek blijkt, zo stelt de directeur van de dienstenorganisatie, dat een passende sociale infrastructuur maakt dat mensen meer betrokken raken bij zingeving. Bij een sociale infrastructuur horen vijf velden: er moet sprake zijn van participatie, er zijn rituelen, informele sociale verbanden, er is vertrouwen nodig, en ruimte voor eigenheid en integratie daarvan in het geheel.

Instituut blijft

De Groot komt met vijf conclusies: Zingeving kan niet zonder sociale bedding; de sociale bedding moet ruimte bieden; online en offline lopen organisch in elkaar over; rituelen doen er toe; en het instituut blijft belangrijk.

Hij stelt tenslotte de vraag wat zijn eigen kerk, de PKN, er mee kan. Hij geeft een aantal mogelijkheden, waarover hij verder in gesprek wil met mensen. Hij vraagt allereerst een bijdrage van de kerk in het maatschappelijke debat. Hij pleit voor het ontwikkelen van nieuwe muziek en rituelen. Hij vindt dat leidinggevenden zich moeten trainen in het ontdekken van verbindingen. Hij onderstreept de waarde van informele groepen. Hij verwoordt waardering voor pioniersplekken en kliederkerk. En hij onderstreept het nut van een online platform.

Openheid samenlevingsvragen

Uit de analyse van Jurjen de Groot halen we nu twee perspectieven iets meer naar voren. Allereerst zijn openheid naar samenlevingsvragen. Dat is een punt waarin de oorspronkelijke bloedgroepen van de PKN (NHK, GKN, ELK) een rijke traditie hebben; de één sprak van deputaatschappen, de ander had diverse raden, maar altijd was er de gerichtheid op de concrete wereld. Met de vorming van de PKN in het begin van de eenentwintigste eeuw zijn de interactievragen naar de samenleving ietwat op de achtergrond geraakt. Het is boeiend dat een directeur van de dienstenorganisatie, - nota bene zelf iemand met de achtergrond vanuit de rechterflank, te vinden in de Gereformeerde Zendingsbond en de IZB – deze relevantie opnieuw op de agenda zet. Hij doet dat in een sociologische context, maar geeft er een prioriteit aan waar een theoloog als Hoedemaker (hervormd) en een politicus als De Gaay Fortman (gereformeerd) zich niet voor zouden schamen.

Een tweede thema dat ik naar voren haal is de constatering dat jonge mensen niet vies zijn van het instituut. Het instituut biedt ruimte en veiligheid. Jurjen de Groot staat met die mening haaks op de gedachte die je in anti-clericale kringen nogal eens hoort, dat het instituut overbodig zou worden als de verlichtingsgeest zich verder doorzet. Het is zinvol, dat een leidinggevende van de kerk die mythe ontzenuwt. Alleen al de vorming van nieuwe instituten, zoals je ze bijvoorbeeld op het groeiende Europese erf kan zien, maakt duidelijk dat er een blijvende noodzaak is organisaties te hebben die de collectieve verlangens stroomlijnen. Ze zijn misschien niet altijd populair, ze zijn wel onmisbaar.

Meer theologie


Jurjen de Groot legt in het laatste deel van zijn studie een directe lijn tussen nieuwe pioniersplekken, de Academie van de dienstenorganisatie en de noodzakelijke antwoorden op vragen die jongvolwassenen stellen in deze tijd. Voor iemand die als directeur van de dienstenorganisatie zijn geld verdient is het natuurlijk logisch om zich in bevestigende zin te richten op de organisatie waar hij als eerste verantwoordelijkheid voor draagt. Je zou wat mij betreft bij dit onderdeel wel wat breder mogen kijken. Het zou nuttig zijn om de geschetste contouren verder in te vullen vanuit het recente kerkelijke verleden, de internationale context en een theologisch referentiekader. 

Je kan de vraag stellen hoe die nieuwe vormen zich gaan vullen met theologisch gedachtengoed. En het is de vraag hoe de quarantaine-situatie van Utrecht en de resultaten van de pioniersplaatsen zich gaan verbreden in het geheel van de kerk. Zonder theologie en zonder openingen in de breedte van gemeenten en woonplaatsen zal de aansluiting bij de jonge generatie niet worden gevonden. De dienstenorganisatie zal daarvoor moeten terugvallen op kerkelijke professionals en op vrijwilligers in plaatselijke gemeenten en in de classis. Met meer dan 1,5 miljoen leden moet dat mogelijk zijn. Je vindt onder al die leden ongetwijfeld genoeg theologen die vlees kunnen aanbrengen op de botten die Jurjen de Groot heeft geordend; en mensen met een goed kerkelijk geheugen en gevoel voor maatschappelijke verhoudingen die de geschetste blauwdruk kunnen uitbouwen.

Zalk 

Nog even iets over de biografie van Jurjen de Groot. Voor mensen die wonen en werken in de classis Overijssel-Flevoland is het aardig te weten dat de wortels van Jurjen de Groot te vinden zijn in het Overijsselse Zalk. De Stentor - één van de regionale kranten in deze regio - maakte in 2008 nog een reportage over hem en zijn gezin, toen hij haastig uit Kenia moest vertrekken. De krant schreef onder meer: 'Het Zalker zendingsechtpaar Jurjen en Tineke de Groot, beiden 32 jaar, hebben een paar benauwde weken achter de rug. Bij het uitbreken van de ongeregeldheden naar aanleiding van de presidentsverkiezingen in Kenia, zijn ze vanuit hun woonplaats Eldoret per vliegtuig naar de hoofdstad Nairobi moeten vluchten'. Nog een aardig detail: de huidige preses van de synode, ds. Marco Batenburg, is als predikant verbonden geweest aan de hervormde gemeente te Zalk. Bijzonder nietwaar? Zeker als je bedenkt dat de hervormde gemeente Zalk slechts enkele honderden leden telt. 

Wie de tekst van Jurjen de Groot in zijn eigen samenvatting wil lezen, kan hier klikken. 

Foto: deel van het omslag van de scriptie