Foto: prof. dr. Stefan Paas

Heil en redding als boodschap in een cultuur


Christus is niet alleen het lam van God, hij is ook een wijsheidsleraar. Daarom kan je ook zinvol spreken over vrede op aarde en over het verbond dat hij met mensen sluit. Het oordeel is het voorlaatste. Uiteindelijk is het God alles in allen.

Stefan Paas, hoogleraar missiologie, sprak voor de classispredikanten op 2 oktober over zijn oeuvre, waaronder zijn onlangs verschenen boek ‘Vrede op aarde’. In dit boek houdt Paas zicht op het geheel van de schepping en de manier waarop het heil in Christus (soteriologie) consequenties heeft voor alle facetten van het leven. Paas komt zelf uit een christelijk-gereformeerd gezin. Daarin kom je traditioneel het model tegen van wat wel heet ‘de reddingboot-soteriologie’. Het geloof red je als mens uit de boze klauwen van de wereld. Het model is nog steeds zinvol. Er zijn wereldwijd miljoenen mensen die zich met een Alfa-cursus een weg vinden via het model. Paas merkt evenwel dat er een schaduw boven de markt hangt, dat het een zekere eenzijdigheid in zich kan hebben als je het daartoe beperkt. ‘We hebben nog wel de snaren, maar we kunnen er geen instrument bij vinden’.

Hij ziet evenwel voor de gelovige en de kerk ook een andere lijn. Hij benoemt die in drie gedachten: de contextualiteit, de cultuur- en theologiekritiek en de cultuur over schuld. Hij stelt vast dat de huidige cultuur niet helemaal aansluit bij de reddingboot-soteriologie. Er is bij mensen in alle lagen van de bevolking een soort pre-cognitief weten. Bij de klassieke benadering volgt het gevoel de locomotief van de ratio. Je kan het een gevoels-intelligentie noemen. Augustinus wijst daarop als hij over ketters zegt: ‘Ketters moeten wel ongelijk hebben, als je kijkt hoezeer het hen aan liefde ontbreekt’. Gevoelens doen er dus toe. Gevoelens kunnen theologisch intelligent zijn. Er bestaat zoiets als een religion of the hart, wist John Wesley al. Trouwens ook als je keek naar een bekering vroeger, zat daar een element in van een roep tot keurig burgerschap.

Westerse cultuur

Paas signaleert dat de westerse cultuur zelf problematisch geworden is. Deze cultuur begint steeds meer tegen haar grenzen aan te lopen. Kritiek op het christendom valt deels samen met kritiek op het westerse denken. Je ziet het bij de evaluatie van het slavernijverleden, je ziet het bij de ecologische crisis. De opwarming van de aarde vindt in rap tempo plaats en veroorzaakt een catastrofe aan sterfte onder dieren die zijn weerga niet kent in de geschiedenis. Mensen in die cultuur lijden aan burn-out en verveling. In zo’n cultuur kan je opnieuw de waarde zien van het verbond dat God sluit met mensen, en ook met dieren. Het is een verbond van vrede, waar inheemse theologen op wijzen. Denk bijvoorbeeld aan de tekst uit Hosea 4.

Naast de persoonlijke bekering (de reddingboot) is er ook een publieke bekering nodig. De aanslag op de wereld roept ons op bekering te prediken. Er is een zekere radeloosheid aan het ontstaan. Zonde, heil en redding kunnen daarin zeggingskracht hebben.

Paas schreef eerder over de specifieke taak van de kerk met een boek over de gelovigen als ‘een volk van priesters’ (1 Petrus 2). Het christendom is een kleine groep geworden, maar de christenen weten daarmee raad, omdat ze eigenlijk de hele geschiedenis door een minderheid zijn geweest. Een kleine groep priesters kan daarin een bijzondere verantwoordelijkheid dragen. Trouwens hetzelfde geldt van de democratie. Nog geen drie procent van de bevolking is lid van een politieke partij. Daarvan zijn er ongeveer 30.000 actief lid. Alle politieke ambten in de Nederlandse samenleving worden daaruit gerecruteerd. ‘Ik zeg wel eens schertsend tegen de studenten: als je voor baanzekerheid wilt gaan, moet je je aansluiten bij een politieke partij’.

De secularisatie verzwakt de positie van de kerk. Sommige mensen proberen dat op te vangen door de secularisatie te ontkennen. Ze maken de paraplu iets groter en doen het voorkomen alsof mensen met hun normen en waarden nog steeds christelijk zijn, ook al hebben ze zich niet aansloten bij een kerk. Anderen proberen het verloren terrein terug te pakken. Zij zoeken het in instrumenten waarmee ze de secularisatie kunnen keren. Paas pleit er voor de secularisatie te accepteren. ‘Mensen kennen van alles de prijs, maar van weinig de waarde’, verwoordde ooit Oscar WIlde. Het is nu eenmaal niet anders.

Sensemaking

In het erkennen van de secularisatie brengt Paas het begrip ‘sensemaking’ in. Hij stelt de vraag in hoeverre God met de secularisatie te maken heeft. Wim Dekker en Bram van de Beek zien in de secularisatie het oordeel van God over de cultuur. Je kunt dat oordeel vergelijken met de Babylonische ballingschap en de theologische vraag die Israël stelt: Waarom overkomt ons dit? De Babylonische ballingschap laat voor Israël vertrouwde instituties instorten. Er is geen eenduidige reactie. Sommige dichters schieten in de ontkenning van de schuldvraag (Psalm 74). Anderen heffen een klaagzang aan. Weer anderen brengen een perspectief van hoop in (Jesaja 40). Nehemja en Ezra bechrijven de nieuwe tempel, die door jongeren enthousiast wordt begroet, terwijl ouderen huilen omdat ze vinden dat de nieuwe tempel niet in de schaduw kan staan van de oude tempel.

In zo’n cultuur ziet Paas voor christenen de roeping om priester te zijn, de verbinding te helpen leggen tussen God en wereld. Hij onderscheidt vervolgens vier taken voor een priester: lofprijzing, offeren, onderwijs en zegenen.

Met de theoloog Root meent Paas dat er in de wereld veel heil is. ‘We weten waar het begint, niet waar het ophoudt’. Dat laatste is aan God. Het helpt als je een zekere gevoeligheid ontwikkelt in die cultuur voor dat heil. Sensemaking kan een lens zijn, waarbij je de focus trekt op datgene wat er toe doet. Je bent als theoloog - om met Root te spreken - de verhalenverteller, het samenbindende verhaal.